Buitenstekker RVS 16A 230 V
Veiligheidsvoorschriften en –maatregelen
Gedurende de installatiewerkzaamheden moet de elektrische installatie spanningsloos zijn.
Monteer de landaansluiting volgens de voorschriften en aanwijzingen in dit montagevoorschrift.
Gebruik kabels met voldoende aderdoorsnede: zie tabel “aderdoorsnede”.
Aansluitingen en beveiligingen moeten in overeenstemming met de plaatselijk geldende voorschriften worden uitgevoerd.
Installatievoorschrift
Ga bij de installatie van de contactdoos als volgt te werk:
Maak aan de hand van de inbouwmaten in figuur 1 een
uitsparing in de scheepswand.
Verwijder de isolatiekap aan de achterzijde van de contactdoos.
Trek de bedrading door de uitsparing.
Voer de bedrading door de isolatiekap.
Draai de schroeven van de aansluitklemmen aan de achterzijde
van de contactdoos een paar slagen los.
Ontmantel de isolatie van de kabel over 50 mm, en knip de
geel/groene ader 20mm terug. Strip de draadeinde 6 mm. Let er op dat de aders blank zijn en niet gecorrodeerd. Zonodig de bedrading inkorten en de kabel opnieuw strippen. De aders mogen niet vertind worden!
Sluit de aders op de juiste aansluitklemmen aan de achterzijde van de contactdoos aan (zie tabel “specificaties” voor de juiste kleurcodes). Draai de schroeven van aansluitklemmen goed aan. Let er op dat er geen isolatie onder de aansluitklemmen zit.
Monteer de isolatiekap aan de achterzijde van de contactdoos.
Plaats de rubber pakking tezamen met de contactdoos zodanig in
de uitsparing in de scheepswand dat de montagegaten op de juiste plaats zitten. Bevestig de contactdoos op de scheepswand met behulp van de vier 4 mm RVS-schroeven.